Alles over zwemles, leren zwemmen & zwemveiligheid

Zwemdiploma C

Zwemdiploma C

Het zwemdiploma C is de laatste stap richting het volledige Zwem-ABC. Voor dit diploma zijn kinderen gelukkig niet heel lang bezig (gemiddeld 17 klokuren), maar het zorgt er wel voor dat kinderen nog sterker en zwemveiliger worden.

De eisen die je kind voor het C-diploma moet beheersen, staan op deze pagina. Kijk wel even na via welke instantie jullie zwemlesaanbieder de zwemdiploma’s uitgeeft.

Let op: wij raden altijd aan om het volledige Zwem-ABC te halen!

Kledingeisen C-diploma

Kleding voor zwemles en zwemdiploma's

Bij het zwemdiploma C van de Nationale Raad Zwemveiligheid moeten kinderen naast badkleding, ook een shirt of blouse met lange mouwen, een lange broek (of jurk/rok tot de enkels), jas met lange mouwen en schoenen aan hebben.  Plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan, maar schoenen zonder echte zool niet.

Voor het zwemdiploma C van Stichting ENVOZ dienen de kinderen een hemd, onderbroek, blouse of T-shirt met lange mouwen, lange broek, sokken en schoenen te dragen.

 

Tip: Naast onze eigen speciale trainingen hebben we een samenwerking met Zwemshop.com. Hier vind je een geruime keuze aan zwemkleding en zwemspullen voor het C-diploma.

Examenprogramma’s van zwemdiploma C

Zowel stichting ENVOZ als de Nationale Raad Zwemveiligheid bieden het C-diploma aan. Met dit laatste zwemdiploma, is je kind zwemveilig genoeg voor de meeste zwembaden en open water. Met uitzondering van water met sterke stromingen en de zee.

Om het C-diploma te kunnen halen moet je kind wel aan bepaalde eisen voldoen, welke getoetst worden tijdens het afzwemmen. Is je kind geslaagd, dan is het gehele zwemtraject volbracht en kan hij of zij altijd verder met andere watersporten.

Bekijk de eisen van het C-diploma:

♦  Bekijk het examenprogramma van Stichting ENVOZ.

♦  Of het examenprogramma van de Nationale Raad Zwemveiligheid.

 

 

Vaardigheden & aandachtspunten zwemdiploma C

 

Onderdelen

Eisen NRZ

Eisen ENVOZ

Aandachtspunten

Schoolslag

75 meter

250 meter (slag naar keuze)

• Horizontale ligging
• Voldoende stuwing
• Goed lang maken (uitdrijven)

Rugslag

75 meter

25 meter (samengestelde rugslag)

• Horizontale ligging (oren in ’t water)
• Voldoende stuwing
• Geen gebruik van armen

Borstcrawl

15 meter

12,5 meter

• Horizontale ligging
• Op en neergaande beweging benen
• Benen stoppen niet (continuïteit)
• Armen stoppen niet (continuïteit) en zijn uit het water

• Minimaal 1x een ademhaling, bij voorkeur zijwaarts

Rugcrawl

15 meter

 

• Horizontale ligging (oren in ’t water)
• Op en neergaande beweging benen
• Benen stoppen niet (continuïteit)
• Armen uit het water

Watertrappen
en drijven

30 sec. watertrappen

• 15 sec. drijven op de rug

30 sec. watertrappen
(alleen benen)

 

Drijven rug:
• Oren in het water
• Horizontale ligging
• Niet bewegen

Drijven buik

• 10 seconden drijven
• Zink door uit te ademen

 Drijven buik:
• Gezicht in het water
• Horizontale ligging
• Bij voorkeur geen ademhaling

 

Onder water zwemmen

Zwemgat 6 meter

Bovenkomen in wak
of hoepel

 

• Met een kopsprong (duik)

• Gelijk onder water zwemmen
• Zwemslag is naar keuze

• Hoepels op 1 meter diepte en op 3 meter van elkaar (geen ademhaling    tussendoor)

• Voorwerp ligt op 2 meter diepte

Kleding

• Met koprol te water

• 15 seconden watertrappen

• 30 sec. Help-houding

• 100 meter slag
naar keuze

• Onder een mat door

• Op een mat klimmen

• Zwemmen en door
zwemgat heen

• Zwem 5 meter onder water

• 10 seconde drijven in    paddestoel-houding

• Hurksprong te water

• Drenkeling 10 meter op de rug vervoeren

• Drenkeling naar de kant  brengen

• 50 meter schoolslag

• kleren uit in het water

• Rol mag ook op een lage kant

• Help houding is met hoofd boven water en op de plek. Knieën zijn opgetrokken en ellebogen tegen het lichaam

• Zie uitvoering school- en rugslag
• armen mogen helpen op de rug en bij het watertrappen

Survival

• Uit het water klimmen

• Hoekduik richting zwemgat

• Koprol in het water

• Zwem 10 meter met bal
• Gooi de bal 2 meter ver

 

• Geen trapje gebruiken
• Hoekduik: armen eerst en benen gestrekt als laatst. Benen gaan geheel onder water.

• Koprol: volledige draai en zwemrichting blijft hetzelfde

Te water gaan

• Kopsprong (duik)

• Hurksprong

 

• Armen en hoofd duiken eerst
• Bij hurksprong eerst de benen en het hoofd blijft boven water

• In een minimale diepte van 2 meter